Er is geen handleiding die je kan volgen in de titel tot ”beste ouder”.
Ieder kind heeft andere behoeften ( buiten de vanzelfsprekende basisbehoeftes), die ik wel even onderstreept zal benoemen gezien lang niet ieder mens deze basisbehoeften kent.
Je dient als ouder je kind te eten, te drinken, schone kleding, een veilig nest, warmte, aandacht en liefde te geven. Je bent verantwoordelijk voor de gezondheid van je kind dat breed omvattend is. Als ouder draag je bij aan een veilig woon, leef en speelomgeving waarin het kind de ruimte heeft om zijn eigen authenticiteit te ontdekken.
Jij bent de ouder, niet het kind. Dus, je hebt ten alle tijden je eigen emoties onder controle.
Oké, om dat laatste mag je wel even lachen.
Want, helemaal je emoties onder controle, ten alle tijden? Die ouder moet ik nog ontmoeten. Het zou toch ”o” zo fijn zijn als we met ”clean sheet” hebben voordat we aan het ouderschap beginnen. Dat we al onze eigen jeugdtrauma’s en generationele trauma’s allemaal al hebben doorleefd en dat het geen rol meer speelt in ons leven.
Helaas dikke pindakaas! Die vlag gaat (meestal) niet op.
We doorleven, groeien en verwerken met de leeftijd van ons kind. Je kind spiegelt je en tegelijkertijd is je kind ook écht niet jij! Wat jij als kind nodig had, betekent niet dat jouw kind hetzelfde nodig heeft. (Ik benoem hier meerder keren ”jouw” kind, echter zie ik kinderen, of partners, niet als een bezit. Je kind wordt geboren uit een deel van jou, maar is nimmer jouw bezit).
Goed, nu we dit wat opgehelderd hebben en jij waarschijnlijk even wat oogrollen heb doorgemaakt is het tijd om terug te keren naar het wonderschone leed dat ouderschap heet. Nee grapje, ik breng dit nu wel heel sarcastisch maar zo bedoel ik het ook weer niet helemaal. Mijn jonk is uiteraard wel de leukste, slimste, knapste en heeft hij mijn wereld op vele manieren vervuld. En jouw kind die van jou. Maar mijn jonk is leuker. Dat terzijde.
Grapje! maar niet heus.
Zelf bij ouders zit rivaliteit. Er lijkt een strijd gaande welk kind ”de knapste, intelligentste of sociaalste” is. En hierin krijgen de kinderen die de meeste aandacht vragen en veelal ook etiketten toebedeeld te hebben gekregen weer het meeste voor elkaar. Waarna er onder de kinderen weer een gevoel van ”ik ben niet goed genoeg” gaat heersen of een gevoel te moeten aanpassen om ook zoveel aandacht te krijgen van de meester of juf.
Ik kan mij zo voorstellen dat als je op de kinderopvang een stille muis was, maar wel alles overzag, dat je je dan op den duur ”niet gezien of gehoord” kan gaan voelen.
Als dat in combinatie met een onveilige thuissituatie is, dan heb je een recept voor een vroegkinderlijk trauma.
Klinkt wel wat zwaar he? -Vroegkinderlijk trauma.
Ik kan je zeggen, maar weinig zielen hier op aarde die deze menselijke vorm bestieren komen niet ongeschonden uit deze reis. We beleven, we trachten te verwerken en verteren maar in deze maatschappij is er nauwelijks ruimte om écht onze emoties te doorleven.
We slaan op. We houden vast. En dat kleine kinderlijfje wat later uitgroeit naar een volwassene die ook weer een kind op de wereld zet, is nu een harde schijf van 100terrabyte vol met opgeslagen emoties geworden die op crashen staat.
STOP! Ontploffingsgevaar!
En daar komen die emoties weer op de hoek kijken. Voor je het weet heeft je puberkind je getriggerd in een emotie waarvan je niet eens wist dat het je zou deren. Óf besluit je peuterpuber ineens het normaal te vinden om zijn onmacht duidelijk te maken door je eens even flink hard voor je schenen te schoppen.
Hoe reageer je? Kan je zien voorbij de onmacht? Kan je kijken voorbij de onzekerheid en machteloosheid die het kind ervaart? Veelal heeft het niks met jou te maken maar met het niet meer kunnen ont-prikkelen in deze snelle maatschappij waarbij zoveel gevraagd wordt.
Jouw kind spiegelt jouw gedrag en dat terwijl jij verantwoordelijk bent voor het zichtbaar maken van gezond gedrag. Dat klinkt best ingewikkeld he? Ik zei al, het ouderschap is ook echt niet gemakkelijk. Op geen enkele leeftijd.
Ikzelf was 17 jaar oud toen ik moeder mocht worden. En wat heb ik mijn best gedaan. Heb ik alles goed gedaan? Natuurlijk niet. Ben ik de moeder die ik zelf wenste te hebben maar mijn zoon iets heel anders nodig heeft? Vast een zeker.
Elke leeftijd van mijn zoon, die nu bijna 18 jaar is, heb ik doorleefd. In elke leeftijdsfase van hem word er iets in mij aangeraakt. Een soort van oude wond. Een pijn die niet opgelost leek te zijn. Ja, ik zeg nu bewust ”leek” omdat ik ergens ook een kleine angst heb voor wat nog gaat komen. Ik weet hoe heftig de jaren na de bevalling zijn geweest. Toch weet ik nu dat ik geen 17 meer ben. Met alles wat ik al heb geleerd, neemt mijn volwassen ik-je die stoere 17-jarige meid, die ook nog in mij zit, met de hand mee. We helpen elkaar nu.
Nu weet ik dat een handuitreiking aan een ander, al genoeg kan zijn in tijden van turbulentie én in tijden van heling. Nu weet ik ook dat ik er niet meer alleen voor sta.
Genoeg mensen die er zijn. En als er even niemand is, ben ik alsnog niet alleen.